dinsdag 28 oktober 2014

Drama: instructiefilm Vertelpantomime

In dit artikel zie je het instructiefilmpje over vertelpantomime.

Drama beroepsproduct 1.1.1.
Hogeschool Utrecht te Amersfoort





De eerste film is de lange versie, deze vinden wij beter en leuker.
De korte versie is de tweede, die staat er voor de zekerheid ook nog bij

Taakverdeling:
Patrick Peschier: docent, filmen
Madelon Kolhuis Tanke: maken script, vertellen, filmen, theorie uitwerken
Amber Storm: maken script, schrijven verhaal, vertellen, leerling
Maroesja Kool: montage en muziek/geluiden, voice over
Chris de laak: schrijven verhaal, leerling

Scènes:
Aantal scènes: 7
Tijdsduur per scene:  de tweede scene is het langst (halve minuut) samen met de vijfde scene (1 minuut).
Duur van voice over: 20 seconden
Totaal duur: 3 minuten en 53 seconden
Scene 1: Patrick Peschier (docent), Amber Storm (leerling) en Chris de Laak (leerling)
Scene 2: Madelon Kolkhuis Tanke (uitleg)
Scene 3: Maroesja Kool (uitleg)
Scene 4: Amber Storm (docent), Chris de Laak (leerling) en Madelon Kolkhuis Tanke (leerling)
Scene 5: Patrick Peschier (docent), Chris de Laak (leerling) en Amber Storm (leerling)
scene 6: Maroesja Kool (voice over en uitleg)
scene 7: aftiteling en bloopers

script:
Patrick Peschier
Introductie
Jongens en meisjes we gaan zomenteen een vertelpantomime doen. Ik ga jullie een verhaal vertellen en dat gaan jullie hellemaal uitbeelden. Jullie hebben al wat oefeningen gedaan.
Madelon Kolkhuis Tanke
Wat is vertelpantomime?
Voor welke groep?
Wat stimuleert het?
Wat zijn belangrijke kenmerken?

Vertelpantomime is een vorm van dramatisch spel waarbij de leerkracht een verhaal vertelt en de leerlingen dit gezamenlijk in de klas uitvoeren. Deze vorm stimuleert de non-verbale communicatie omdat de leerlingen niet mogen spreken. Het verbeterd ook de concentratie en de fantasie van de kinderen. Het is zowel geschikt voor de bovenbouw als de onderbouw. Bij de onderbouw moet je erop letten dat je eerst met de leerlingen de moeilijke dingen bespreekt zodat ze in het verhaal weten waarover het gaat. Bij de bovenbouw moet je erop letten dat je een beetje een stoer verhaal kiest en dat je een klas kiest die nog niet zoveel drama heeft gehad. Belangrijke punten bij vertelpantomime zijn: fysieke inzet, uitvegroten, kinderen moeten het precies doen en geen verbale communicatie.
 Maroesja Kool:
Waar moet je op letten bij een vertelpantomime?
Bij een vertelpantomime is het belangrijk dat het in de tegenwoordige tijd gaat gebeuren en niet in de verleden tijd. Daarnaast is het belangrijk dat er bewegingen  zijn die de hele klas kunnen doen en ook tegelijk met ze alle gaan doen.
Amber Storm
Warming-up
We gaan verschillende houdingen doen als warming-up voor de houding.
Amber zegt: ‘stoer en denken’. De leerlingen (Madelon en Chris) doen dit na als opwarming voor het verhaal.
Als warming-up voor bewegen gaan we alvast verschillende houdingen uit het verhaal alvast uit proberen. Roeien, graven en balanceren.
Amber zegt: ‘roeien, graven en balanceren’. De leerlingen (Madelon en Chris) doen dit na als opwarming voor het verhaal.

Patrick Peschier:
Het verloop van het verhaal.
ze gaan in de roeiboot zitten en moeten tien keer roeien willen ze bij het eiland aan komen. Eenmaal aangekomen zien ze dat ze bij een hele woeste rivier aangekomen zijn. Daar ligt een hele grote boomstam over de rivier. Dat is de enige weg er overheen maar dat moet wel heel voorzichtig. Dus heel voorzichtig een voor een balanceren ze er overheen. Eenmaal aan de overkant, beginnen ze als een gek te graven onder de boom. En jawel hoor, daar komt die, een hele grote schatkist. Ze zetten de hele grote schatkist op de grond en beginnen te friemelen aan het slot tot ze het open kunnen krijgen. Ja, de schatkist is open. Allerlei ballonnen, slingers en feestelijke versieringen komen eruit.
Maroesja kool:
Wat ging er fout?
Hier is de docent niet duidelijk in wat hij wilt dat de leerlingen doen. Hij zegt namelijk het woordje feest met slingers en ballonnen. De ene leerling kan rondjes rennen en de andere leerling kan springen. Dit zorgt voor chaos in de klas.
Maroesja Kool:
Wat kan je beter doen?

Je kan beter het woordje feest koppelen aan een activiteit. Bijvoorbeeld een rondje draaien of klappen. Bij kinderen moet je dus heel duidelijk zijn en kan je niet zomaar het woordje feest gebruiken.

Feedbackformulier Instructiefilm BP 1.1.1. Kunstvaardig
Jouw naam is: Boaz Prins
Ik heb een instructiefilm bekeken met de werkvorm:
vertelpantomie
Deze film is gemaakt door de volgende studenten:

Chris de Laak, Amber Storm, Patrick Peschier, Madelon Kolkhuis Tanke en Maroesja Kool
De film is een goed middel om aankomende leerkrachten te ondersteunen bij het aanbieden van een drama/dans werkvorm voor een bovenbouwgroep van 25 – 30 leerlingen

Onvoldoende
Voldoende

X
goed
Motivatie:

Niet voor zoveel kinderen

Duidelijk wordt hoe een aankomende leerkracht deze drama/ dans werkvorm aan kan bieden aan een bovenbouw klas van het basisonderwijs: Een leek zou door de getoonde stappen te volgen tot een dergelijke uitvoering van de werkvorm moeten kunnen komen
Onvoldoende
Voldoende
Goed
X
Motivatie:
Word goed inhetfilmpje verteld
In de film is de onderstaande informatie verwerkt:
  • De naam van de werkvorm, met een korte toelichting van de werkvorm
  • Mogelijke lesdoelen  (zie dramadoelstellingen H2.2 van het dramaboek ‘Kijk op Spel’)
  • Welke bron is gekozen n.a.v. het thema van de Kinderboekenweek van dit jaar
  • Hoe deze bron is verwerkt in de uitvoering van de werkvorm
  • Welke voorbereidingen er nodig zijn om deze werkvorm met 25 – 30 leerlingen uit te voeren
Onvoldoende


X

X
Voldoende






X

X
Goed
X
Motivatie:



In de film is de onderstaande informatie verwerkt
  • Wie welke productierol op zich heeft genomen.
  • De datum
  • Het doel van de film (Beroepsproduct 1.1.1 Drama)
  • De naam van de Hogeschool.
Onvoldoende
Voldoende
Goed
X
X
X
X
Motivatie:

Alle deelnemers van een subgroep zijn zichtbaar aanwezig in de film en spelen een rol. 
Onvoldoende
Voldoende
Goed
X
Motivatie:


Iedereen was goed zichtbaar
In de instructiefilm zijn de volgende ‘scenes’ te herkennen:
  • De werkvorm-in-werking-scene
Studenten laten de werkvorm zien, zoals deze na de voorbereiding en oefening, in de klas uitgevoerd kan worden.
  • De detail-scenes
In een aantal heel korte scenes, laat steeds een detail zien waar je bij de uitvoering van de werkvorm in een bovenbouwgroep, op moet letten. Zie het boek ‘Kijk op Spel’ voor deze informatie.

Onvoldoende
Voldoende
Goed

X


X
Motivatie:



De film heeft een prettig tempo en is boeiend, prikkelend voor de doelgroep.
Onvoldoende
Voldoende
X
goed
Motivatie:
Alles werd goed verteld, maar de film duurde lang
Op de instructiefilm heeft de student middels een quadblogsessie van medestudenten commentaar ontvangen en verwerkt. Het commentaar wordt geschreven op basis van de bovenstaande punten.


Motivatie:

De film duurt tussen de 4 en 5  minuten.
Nee, meer dan 7




Nadat wij deze feedback hebben gekregen, hebben wij het filmpje ingekort naar 3:53

~Juf Madelon

Geen opmerkingen:

Een reactie posten