Lesvoorbereiding voor het aanleren van het lied 'Fruitsalade'
Audio opname: https://www.youtube.com/watch?v=o7FYQtDFM0Y&feature=youtu.be
LESVOORBEREIDINGSFORMULIER
|
|
|
NAAM STUDENT
|
Madelon Kolkhuis Tanke
|
STUDENTNUMMER
|
1662431
|
|
|
KLAS
|
1C
|
STAGESCHOOL
|
De Vroonenstein
|
|
|
STAGEBEGELEIDER
|
Anne-Marie van Breukelen
|
STAGEGROEP
|
6
|
|
|
DATUM
|
-
|
VAK / ONDERWERP
|
Muziek
|
|
VOORBEREIDING
Dit is een leerkracht
gestuurde les.
Dit is een zelfontworpen les.
|
DOELEN VOOR
DE LEERLINGEN
|
DOEL(EN)
+ Welk type doel; kennis en inzicht, vaardigheid of
attitude gerelateerd?
+ Wat moet deze les opleveren
+ Welk gedrag wil ik oproepen/ wat moeten de ll tijdens
de les oefenen of ervaren
|
Vaardigheidsdoel.
Aan het
einde van de les kunnen de kinderen het lied fruitsalade zelfstandig
zingen.
Deze les
moet ontspanning opleveren en dat de leerlingen weten dat tussendoor zingen
heel fijn kan zijn voor de ontspanning.
Het gedrag dat ik wil oproepen is dat de leerlingen enthousiast mee gaan
doen en muziek leuk vinden.
|
LESSPECIFIEKE
BEGINSITUATIE
|
KENNIS / VAARDIGHEDEN
+ Wat weten en/of kunnen de leerlingen al?
+ Van welke
vakspecifieke theorie, didactiek, leerlijnen maak ik gebruik?
|
De leerlingen zingen
heel weinig en hebben niet veel ´verstand´ van muziek. De juf vindt zingen
zelf niet zo leuk en ze heeft er niet al te veel tijd voor.
Ik maak in de les
gebruik van het KVB-model.
De klank is de toonhoogte. Voor groep 6 is dit een prima toonhoogte. Het
ritme is ook erg belangrijk. De betekenis is fruit, de meeste zullen de
leerlingen kennen. De vorm is vooral de herhaling. Refrein en couplet wordt
herhaald. Echter is er ook variatie (refrein en couplet)
|
ONDERWIJSBEHOEFTEN
+ Wat zijn de pedagogische
en didactische onderwijsbehoeften van de groep?
|
De leerlingen hebben
behoefte aan vertrouwen. Ze zingen bijna nooit en zullen dit waarschijnlijk
eng vinden. Ik moet ze dus laten merken dat iedereen wel een beetje kan
zingen en het niet eng is.
Ook hebben de leerlingen daarom behoefte aan een duidelijke uitleg.
|
BELEVING
+ Op welke ervaringen kan ik aansluiten?
+ Actualiteit (leefwereld)
+ Betrokkenheid
|
Op woensdag is het op
school fruit dag. Daar kan ik op aansluiten. We kunnen bijvoorbeeld kijken
welk fruit uit het lied aanwezig is in de klas.
|
MATERIALEN
|
MATERIALEN
+ Wat moet ik klaarleggen, welke leermiddelen gebruik
ik?
+ Op welke manier laat ik de materialen de lesinhoud
ondersteunen.
+ Welke methoden, bronnen gebruik ik. (APA)?
|
Ik heb het digibord
nodig. De leerlingen kunnen dan met de tekst meekijken.
Ook heb ik een
karaoke versie van het lied nodig.
|
LESOPBOUW
|
|
TIJD
-- Min
|
ACTIVITEIT
Wat doe ik? Wat doen de
leerlingen?
|
Vorm
ISK
|
INLEIDING+ Verwachtingen / doelen duidelijk maken
|
|
|
|
KERN
Houd rekening met:
LESSTOF
+ Welke informatie komt aan bod, in welke volgorde en aan wie?
+ Hoe maak ik de lesstof toegankelijk en overzichtelijk?
+ Welke vragen stel ik en aan wie?
+ Pendelen tussen leerstof, leerling en leefwereld.
WERKVORMEN
+ Welke werkvormen kies ik en voor wie?
+ Hoe zorg ik voor voldoende variatie in werkvormen?
BEGELEIDING
+ Hoe speel ik in op onderwijsbehoeften?
+ Hoe stimuleer ik de motivatie van leerlingen?
GROEPS MANAGEMENT
+ Wat kan ik al voorzien en hoe reageer ik daarop
+ Regels, afspraken
|
|
Als inleiding gaan we het fruit verzamelen dat er in de klas is. De
leerlingen hebben op woensdag namelijk allemaal fruit mee, dus er is veel
aanwezig. Het leukste is natuurlijk als er veel verschillend fruit is. Dan
schrijf ik dit fruit vast op de juiste plek in het lied op.
De rest van het lied vul
ik samen met de leerlingen aan als we het lied luisteren. Als we al het
fruit hebben ingevuld, dan gaan we kijken hoe het lied in elkaar zit, de
vorm. Een vraag van mij is bijvoorbeeld: ‘hoeveel coupletten en refreinen
heeft dit lied?’
Ik vertel ze dat we het eerste couplet en een refrein gaan leren.
Ik zing het lied een aantal keer voor met de karaoke versie en terwijl ik
dat doe, laat ik de kinderen elke keer een stukje meezingen. Uiteindelijk
zingen ze alles mee en doen we dit een paar keer.
Als ik het hele lied
heb aangeleerd, laat ik de kinderen nadenken over een beweging bij elk
fruit en passen we dit toe.
De leerlingen zullen enthousiast worden van het zingen. Ze zullen druk
worden. Hier moeten dus afspraken over gemaakt worden.
Sommige leerlingen vinden zingen misschien we stom. Ze moeten toch meedoen.
Daarom doe ik later ook de beweging, dit zorgt voor variatie.
|
|
KLAAR / NIET
KLAAR
+ Wat kan een leerling doen als hij
klaar / niet klaar is?
|
|
Dit is niet van
toepassing op deze les.
|
|
AFSLUITING
+ Hoe bespreek ik de les na?
+ Hoe controleer ik of leerlingen de doelen hebben bereikt?
+ Hoe evalueer ik de les met de leerlingen?
|
|
Na de les vraag ik
aan de leerlingen wat ze er van vonden. Ook vraag ik ze wat ze nu van
zingen vinden en of hun mening er misschien over veranderd is.
Ook vraag ik of iemand het lied alleen durft te zingen of in een groepje,
maar dit is natuurlijk heel spannend, dus hoeft niet.
|
|
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten